Deze accu's bevatten
schadelijke stoffen
(zwavelzuur en lood).
Ze moeten conform de regelgeving worden afgevoerd en mogen nooit samen met huishoudelijk afval worden weggegooid.
Lever gebruikte accu's in bij een aangewezen inzamelpunt.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u handelingen aan de accu uitvoert.
Voer handelingen aan de accu uitsluitend uit in een goed geventileerde ruimte, ver van open vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk risico van brand of explosie uit te sluiten.
Was na afloop uw handen.
Elektronische regeleenheden / koplampen met ledtechnologie
Sluit de minkabel nooit aan op het metalen deel van elektronische regeleenheden of op de achterzijde van de koplampen.
Kans op defecte elektronische regeleenheden en/of koplampen! Sluit deze aan op een extern aardingspunt dat speciaal hiervoor is bedoeld.
Bevroren accu
Probeer nooit om een bevroren accu te laden - Risico op explosie! Als de accu bevroren is geweest, laat deze dan door een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats controleren op beschadigingen van de inwendige delen en op scheuren in de behuizing (kans op lekkage van giftig en corrosief zuur).
Automatische transmissie
Probeer de motor nooit te starten door de auto aan te duwen.
Elektrische auto's
Lege 12V-accu
De motor kan niet meer worden gestart en de tractiebatterij kan niet meer worden opgeladen.
Voorzorgsmaatregelen bij werkzaamheden aan de 12V-accu
Selecteer stand P, zet het contact af, en controleer of het instrumentenpaneel is uitgeschakeld en het voertuig niet wordt opgeladen.
Een ander voertuig met startkabels starten
Gebruik de 12V-accu niet om een ander voertuig met startkabels te starten of de accu van een ander voertuig op te laden.
Symbolen
Geen vonken of open vuur.
Bescherm altijd uw ogen.
Explosieve gassen
kunnen blindheid en letsel veroorzaken.
Houd de accu van de auto buiten
het bereik
van kinderen.
De accu van de auto bevat
zwavelzuur, wat
blindheid of ernstige brandwonden kan
veroorzaken.
Zie de handleiding voor meer
informatie.
Vlak bij de accu kunnen
explosieve gassen
aanwezig zijn.
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels of voor het laden van een lege accu.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de pluspool (+):
► Ontgrendel de motorkap door de ontgrendelhendel in het interieur en vervolgens de veiligheidshaak van de motorkap te bedienen.
► Open de motorkap.
Pluspool (+) met snelsluiting.
Minpool (-).
De minpool van de accu is niet bereikbaar en daarom bevindt er zich vlak bij de accu een afzonderlijk massapunt.
Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto leeg is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu (externe accu of de accu van een andere auto) en startkabels of met een startbooster.
Start de motor nooit als er een acculader is aangesloten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale spanning van 12 V en een capaciteit minimaal gelijk aan die van de lege accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken. 8 Schakel alle stroomverbruikers (zoals audiosysteem, ruitenwissers en verlichting) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de buurt van bewegende delen van de motor (zoals ventilator en riemen) bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende motor.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
► Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de lege accu (A) (bij het gebogen metalen gedeelte) en vervolgens op de pluspool (+) van de hulpaccu (B) of de startbooster.
► Sluit het ene uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van de hulpaccu (B) of de startbooster (of op een massapunt van de auto met de hulpaccu).
► Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op het massapunt C.
► Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze enkele minuten draaien.
► Start de auto met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact af en wacht even voordat u een nieuwe poging doet.
► Wacht totdat de motor stationair draait.
► Maak de startkabels vervolgens in omgekeerde volgorde los.
► Breng het kunststof kapje aan op de pluspool (+), als uw auto hiermee is uitgerust.
► Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, terwijl de auto stilstaat, om de accu voldoende op te laden.
Wanneer u meteen gaat rijden zonder dat de auto voldoende is opgeladen, kunnen sommige functies mogelijk niet goed werken (zoals Stop & Start).
Laden met behulp van een acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om de accu op te laden:
- Als de auto vooral voor korte ritten wordt gebruikt.
- Als de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u de accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodaccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
► Zet het contact af.
► Schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel lader B uit voordat u de kabels op de accu aansluit om gevaarlijke vonken te voorkomen.
► Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
► Sluit de kabels van lader B als volgt aan:
► Zet na afloop van het laden eerst acculader B uit voordat u de kabels loskoppelt van accu A.
Als deze sticker is aangebracht, mag er uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt.
Anders kunnen elektrische onderdelen onherstelbaar beschadigd raken.
De accu loskoppelen / weer aansluiten
We raden u aan om de accu los te koppelen als de auto langere tijd niet wordt gebruikt, zodat de accu voldoende lading behoudt om de motor te starten.
Voer de volgende handelingen uit voordat u de accu loskoppelt:
► Sluit alle te openen carrosseriedelen (portieren / deuren, achterklep, ruiten, dak).
► Schakel alle stroomverbruikende voorzieningen uit (zoals audiosysteem, ruitenwissers en lampen).
► Zet het contact uit en wacht 4 minuten.
Als u bij de accu bent, hoeft u alleen de klem van de pluspool (+) los te halen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
► Afhankelijk van de uitrusting tilt u het plastic kapje van de pluspool (+) op.
► Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem B te ontgrendelen.
► Beweeg de accupoolklem B omhoog om hem te verwijderen.
Weer aansluiten van de plusklem (+)
► Trek de hendel (A) zo ver mogelijk omhoog.
► Plaats de geopende accupoolklem (B) op de pluspool (+).
► Druk de accupoolklem (B) volledig omlaag.
► Beweeg de hendel (A) omlaag om de accupoolklem (B) vast te zetten.
► Afhankelijk van de uitrusting duwt u het plastic kapje terug op de pluspool (+).
Forceer de hendel niet wanneer u erop drukt; als de klem niet goed is geplaatst, kan deze niet worden vergrendeld. Voer de procedure nogmaals uit.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer starten van de motor na het aansluiten van de accukabels, werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet.
Het systeem werkt dan pas weer als de auto langere tijd heeft stilgestaan; hoe lang dat is, is afhankelijk van de buitentemperatuur en de laadtoestand van de accu (maximaal 8 uur).
Procedure voor het starten van de motor met behulp van startkabels of voor het laden van een lege accu (12 V of 48 V).
► Toegang tot de 12V-accu.
Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over Toegang tot de accu.
► Koppel waar nodig de 12V-accu los en weer aan.
Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer 8 informatie over Het loskoppelen en aansluiten van de accu.
► Als u de 12V-accu weer hebt aangesloten, moet u de automatische resetprocedures van de elektronische systemen en een handmatige reset van andere systemen uitvoeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over Na opnieuw aansluiten.
Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels
Het hybridesysteem start de auto, maar er is een spanning van 12 V nodig. Er zijn diverse redenen waarom de auto niet kan worden gestart.
Als de 12V-accu leeg is, kan de 12 V door een reservebatterij (extern of van een ander voertuig) en startkabels worden geleverd of met behulp van een startbooster of een acculader.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale spanning van 12 V en een capaciteit minimaal gelijk aan die van de lege accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (zoals audiosysteem, ruitenwissers en verlichting) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de buurt van bewegende delen van de motor (zoals ventilator en riemen) bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende motor.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
► Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de lege accu (A) (bij het gebogen metalen gedeelte) en vervolgens op de pluspool (+) van de hulpaccu (B) of de startbooster.
► Sluit het ene uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van de hulpaccu (B) of de startbooster (of op een massapunt van de auto met de hulpaccu).
► Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op het massapunt C.
► Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze enkele minuten draaien.
► Start de auto met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact af en wacht even voordat u een nieuwe poging doet.
► Wacht totdat de motor stationair draait.
► Maak de startkabels vervolgens in omgekeerde volgorde los.
► Breng het kunststof kapje aan op de pluspool (+), als uw auto hiermee is uitgerust.
► Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, terwijl de auto stilstaat, om de accu voldoende op te laden.
Wanneer u meteen gaat rijden zonder dat de accu voldoende is opgeladen, kunnen sommige functies mogelijk niet goed werken (zoals de stand e-Auto).
De 12V-acu met behulp van een acculader laden
Voor een optimale levensduur van de accu is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu voldoende is opgeladen.
Soms kan het nodig zijn om de accu op te laden (bijvoorbeeld als de auto enkele weken niet zal worden gebruikt) Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Het hybridesysteem is via de DC/ DC-omvormer op het 12V-netwerk aangesloten. Elke handeling kan de werking van het systeem beïnvloeden.
Als u de accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodaccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
► Zet het contact af.
► Schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel lader B uit voordat u de kabels op de accu aansluit om gevaarlijke vonken te voorkomen.
► Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
► Sluit de kabels van lader B als volgt aan:
► Zet na afloop van het laden eerst acculader B uit voordat u de kabels loskoppelt van accu A.
De 48V-accu laden met behulp van een 12V-acculader
Als het starten niet lukt, raadpleeg dan de paragraaf "Starten met een andere accu" en volg de aanbevolen procedure.
In geval van storing, vooral na langdurige stilstand, kan de 48 V-accu ontladen zijn en moet hij worden opgeladen.
Probeer het hybridesysteem niet rechtstreeks op te laden.
Het hybridesysteem wordt via de DC/ DC-omzetter aangesloten op het 12 V-netwerk.
Elke ingreep kan het algehele functioneren van het systeem beïnvloeden.
Gebruik alleen een specifieke 12 V-acculader die 13,5 V kan aanhouden met een hoge spanning van 40-50 A (ca. 600 W).
Als u de accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodaccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
► Zet het contact af.
► Schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel lader B uit voordat u de kabels op de 12 V-accu aansluit om gevaarlijke vonken te voorkomen.
► Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
► Sluit de kabels van lader B als volgt aan:
► Open het bestuurdersportier om de auto te activeren (of zet het contact aan zonder het rempedaal in te trappen).
Het hybridesysteem begint na 1 minuut automatisch de 48 V-accu op te laden bij een 12 V-voeding hoger dan 13,5 V. De door de acculader geleverde stroom moet ongeveer 30-50 A zijn.
Wanneer het juiste energieniveau in de 48 V-accu is bereikt, stopt het hybridesysteem automatisch het laden van de 48 V-accu. De door de 48 V-accu geleverde stroom moet ongeveer 10-15 A zijn.
► Zet na afloop van het laden eerst acculader B uit voordat u de kabels loskoppelt van 12 V-accu A.
► Breng het kunststof kapje aan op de pluspool (+), als uw auto hiermee is uitgerust.
► Start de auto en laat de motor draaien.
► Wacht totdat de motor stationair draait.
► Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, terwijl de auto stilstaat, om de 48 V-accu voldoende op te laden.
Het plug-in hybridesysteem heeft twee hulpaccu's: een voorin en een middenin de auto.
De 12V-accu's vervangen
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Een ander voertuig met startkabels starten
Start een ander voertuig niet (met startkabels) via de 12V-accu's van de auto.
Toegang tot de 12V-accu's
Voor
De voorste accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de pluspool (+):
► Ontgrendel de motorkap door de ontgrendelhendel in het interieur en vervolgens de veiligheidshaak van de motorkap te bedienen.
► Open de motorkap.
Pluspool (+) met snelsluiting.
Minpool (-).
De minpool van de accu is niet bereikbaar en daarom bevindt er zich vlak bij de accu een afzonderlijk massapunt.
Midden
De middelste accu bevindt zich in de opbergruimte van de middenarmsteun vóór.
Voor toegang tot de accu:
► Open de middenarmsteun vóór.
► Haal de vloer van de ruimte los.
Pluspool (+), beschermd door een rood kunststof kapje (niet toegankelijk).
Minpool (-) met een zwarte snelsluitende aansluiting.
De voorste accu laden met behulp van een acculader
Voor een optimale levensduur van de voorste accu is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om de voorste accu op te laden:
- Als de auto vooral voor korte ritten wordt gebruikt.
- Als de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u de voorste accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodaccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
► Zet het contact af.
► Schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen de lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te sluiten.
► Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
► Sluit de kabels van lader B als volgt aan:
► Zet na afloop van het laden eerst acculader B uit voordat u de kabels loskoppelt van accu A.
De 12V-accu's loskoppelen / weer aansluiten
Procedure voor het loskoppelen / aansluiten van de 12V-accu's als de auto langdurig niet wordt gebruikt.
Voer de volgende handelingen uit voordat u de 12V-accu's loskoppelt:
► Open het bestuurdersportier.
► Sluit alle andere portieren / deuren.
► Schakel alle stroomverbruikers uit (zoals audiosysteem, ruitenwissers en verlichting).
► Zet het contact uit en wacht totdat het controlelampje READY uit gaat.
► Wacht 4 minuten.
Keer de volgorde van de stappen voor het ontkoppelen en aansluiten van de 12V-accu's niet om - kans op onherstelbare schade!
Loskoppelen
Centrale accu:
► Koppel aansluiting (-) los met de zwarte snelsluitende aansluiting
Accu voorin:
► Koppel aansluiting (+) los door de zwarte snelsluitende aansluiting los te koppelen:
Aansluiten
Accu voorin:
► Koppel aansluiting (+) los door de rode snelsluitende aansluiting aan te sluiten:
Centrale accu:
► Koppel aansluiting (-) aan met de zwarte snelsluitende aansluiting
Na het opnieuw aansluiten van de accu
Als de accukabels weer zijn aangesloten, moet u het contact aanzetten en vervolgens 1 minuut wachten voordat u de motor start, zodat de elektronische systemen kunnen worden geïnitialiseerd.
Wanneer er zich na deze handeling kleine storingen blijven voordoen, neem dan contact op met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Aan de hand van het betreffende hoofdstuk moet u bepaalde uitrustingselementen resetten:
- Elektronische sleutel.
- Schuif-/kanteldak.
- Elektrische ruitbediening.
- Datum en tijd.
- Voorkeuzezenders.
Nadat de accu opnieuw is aangesloten, wordt de melding "Storing detectiesysteem risico op aanrijding" weergegeven op het instrumentenpaneel wanneer het contact wordt aangezet. Dit is volkomen normaal. De melding zal tijdens het rijden verdwijnen.
Beginning midst our that fourth appear above of over, set our won’t beast god god dominion our winged fruit image