english german french spanish italian dutch polish portuguese
Peugeot 308 Owners & Service Manuals

Peugeot 308: Lane Positioning Assist

Peugeot 308 2021-2025 (P5) Instructieboekje / Rijden / Lane Positioning Assist

Raadpleeg de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen voor meer informatie.

Peugeot 308: Lane Positioning Assist

Het systeem herkent de rijstrookmarkeringen en houdt de auto op de door de bestuurder gekozen positie binnen de rijstrook.

Hiervoor gebruikt het systeem een camera die boven aan de voorruit is geplaatst.

Dit systeem is met name nuttig op snelwegen en hoofdwegen.

Inschakelen / uitschakelen

Het Lane Positioning Assist-systeem wordt automatisch ingeschakeld nadat de stand Drive Assist Plus is geselecteerd.

Zie het betreffende deel voor meer informatie over de Drive Assist Plus.

De selectie wordt bevestigd door de weergave van de symbolen op het instrumentenpaneel die het stuurwiel en de rijstrookmarkeringen vertegenwoordigen.

De kleur van de symbolen hangt af van de werkingsstatus van het systeem:

(grijs)

Er is aan een of meerdere werkingsvoorwaarden niet voldaan; het systeem is gepauzeerd.

(groen)

Er is aan alle werkingsvoorwaarden voldaan; het systeem is actief.

(oranje)

Storing in het systeem.

Als de bestuurder het systeem een tijd niet meer wil gebruiken, kan hij of zij het uitschakelen door nogmaals op de toets ASSIST te drukken (bevestigd wanneer de miniweergave voor Rijhulpsystemen van het instrumentenpaneel verdwijnt).

De status van het systeem wordt opgeslagen bij het afzetten van het contact.

Werkingsvoorwaarden

- Adaptieve snelheidsregelaar actief.

- ESP in werkende staat.

- ASR-systeem ingeschakeld.

- Er wordt geen aanhanger gedetecteerd.

- Er wordt geen noodreservewiel gebruikt.

- De auto wordt niet blootgesteld aan een sterke zijdelingse acceleratie.

- Richtingaanwijzers uit bij activering van het systeem.

Bijstelling

De bestuurder moet het stuurwiel goed vasthouden.

Als bijstelling is geactiveerd, worden de symbolen groen weergegeven: het systeem stuurt de auto door middel van kleine stuurbewegingen en houdt deze in de door de bestuurder gekozen positie op de rijstrook. Deze positie hoeft niet het midden van de rijstrook te zijn.

De bestuurder kan bewegingen in het stuurwiel voelen.

De bestuurder kan de positie van de auto te allen tijde wijzigen door aan het stuurwiel te draaien en de positie aan te houden totdat het systeem er rekening mee houdt. Als de gekozen positie te veel afwijkt van het midden, kan er een automatische manoeuvre plaatsvinden om de auto te centreren. Het systeem past zich aan de nieuw vastgestelde positie aan.

Het systeem pauzeren / onderbreken

De bestuurder moet meteen actie ondernemen als hij denkt dat de verkeerssituatie of het wegoppervlak ingrijpen vereist, door het stuurwiel te bewegen om de werking van het systeem tijdelijk te onderbreken.

Wanneer door het intrappen van het rempedaal het Adaptieve snelheidsregelaar-systeem wordt onderbroken, wordt ook de werking van het systeem onderbroken.

Als het systeem vaststelt dat de bestuurder het stuurwiel niet stevig genoeg vast houdt, dan geeft het systeem een aantal waarschuwingen die steeds dringender worden.

Als de bestuurder niet reageert, wordt het systeem uitgeschakeld.

Als de werking wordt onderbroken omdat het stuurwiel langere tijd niet stevig genoeg wordt vastgehouden, moet het systeem weer worden ingeschakeld door opnieuw op de toets ASSIST te drukken.

Automatisch onderbreken

Bij onderbreking van het systeem klinkt een specifiek geluidssignaal.

- Activering van het ESP-systeem.

- Rijstrook onvoldoende gedetecteerd. In dit geval kan de functie Active Lane Departure Warning de controle overnemen totdat er weer aan de werkingsvoorwaarden van het systeem wordt voldaan.

Onderbreking door de bestuurder

- Overschrijden van de rijstrookmarkeringen.

- Te stevig vasthouden van het stuurwiel of dynamische stuurmanoeuvre.

- Intrappen van het rempedaal (met een pauze tot gevolg totdat de snelheidsregelaar weer wordt ingeschakeld) of het gaspedaal (onderbreking zolang het pedaal wordt ingetrapt).

- Onderbreken van het Adaptieve snelheidsregelaar-systeem.

- Uitschakelen van het ASR-systeem.

Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen

In de onderstaande tabellen worden de weergaven beschreven die behoren bij de belangrijkste rijsituaties. De werkelijke volgorde van de weergave van deze waarschuwingen kan afwijken.

Peugeot 308: Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen

Peugeot 308: Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen

Werkingslimieten

Het systeem kan een waarschuwing geven wanneer de auto op een lange, rechte weg rijdt met een effen wegdek, zelfs als de bestuurder denkt dat hij het stuurwiel goed vasthoudt.

In de volgende situaties werkt het systeem mogelijk niet of voert het onjuiste stuurcorrecties uit:

- Wanneer de bestuurder dikke handschoenen draagt (bij Drive Assist 2.0).

- Bij slecht zicht (onvoldoende verlicht wegdek, sneeuw, regen, mist).

- Bij verblinding (verlichting van een tegenligger, laagstaande zon, spiegeling op een nat wegdek, uitrijden van een tunnel, afwisseling van schaduw en licht).

- Wanneer het gedeelte van de voorruit vóór de camera vuil, beslagen, bevroren, bedekt door sneeuw, beschadigd of bedekt door een sticker is.

- Wanneer rijstrookmarkeringen zijn beschadigd, deels niet zichtbaar zijn door sneeuw of modder, of bij meerdere rijstrookmarkeringen (weggedeelte met werkzaamheden, wegdekovergangen).

- Bij het rijden in een scherpe bocht.

- Bij het rijden op bochtige wegen.

- Bij werkzaamheden aan de weg.

Kans op ongewenst activeren

Het systeem moet in de volgende gevallen worden uitgeschakeld:

- Wanneer een wiel wordt vervangen, of wanneer er werkzaamheden in de buurt van een wiel worden uitgevoerd.

- Wanneer de auto wordt gebruikt om een aanhanger te trekken, of wanneer een fietsendrager op een trekhaak is gemonteerd, vooral wanneer de aanhanger niet op de trekhaakaansluiting is aangesloten of de trekhaak niet is goedgekeurd.

- Bij slechte weersomstandigheden.

- Op wegen met weinig grip (risico op aquaplaning, sneeuw, gladheid).

- Bij wegwerkzaamheden en bij tolpoorten.

- Bij rijden op een circuit.

- Op een testbank.

Storing

Bij een storing gaat het waarschuwingslampje Service branden en wordt dit (oranje) symbool op het instrumentenpaneel weergegeven, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.

Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of door een gekwalificeerde werkplaats controleren.

Peugeot 308 2021-2025 (P5) Instructieboekje

Lane Positioning Assist

Actual pages

Beginning midst our that fourth appear above of over, set our won’t beast god god dominion our winged fruit image

© 2024-2025 Copyright nl.peu308.com