Raadpleeg voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen.
Het systeem detecteert de nabijheid van obstakels (bijvoorbeeld voetganger, voertuig, boom, hek) met de hulp van de sensoren in de bumper en geeft deze aan.
Parkeerhulp achter
Het systeem kan onder de volgende omstandigheden weer worden opgestart:
- als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
- als de auto achteruit rijdt (bijvoorbeeld op een helling omlaag of in de neutraalstand).
Dit wordt aangegeven met een bevestigingsgeluidssignaal en er wordt een indicatie gegeven.
Als er een obstakel wordt gedetecteerd zodra de achteruitversnelling wordt geselecteerd, wordt er een detectiegeluidssignaal gegeven in plaats van een bevestigingsgeluidssignaal.
Als er geen geluidssignaal wordt gegeven, er geen indicatie op het display wordt weergegeven of er geen waarschuwingsmelding wordt weergegeven, dan is er een storing in het systeem.
Geluidssignalen
Dit systeem signaleert de aanwezigheid van obstakels binnen de detectiezone van de sensoren die zich in de baan van de auto, zoals bepaald door de stand van het stuurwiel, bevinden.
In het weergegeven voorbeeld worden, afhankelijk van de uitvoering, alleen de obstakels die zich in het gestreepte gebied bevinden door het geluidssignaal gesignaleerd.
De bestuurder wordt via een onderbroken geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van obstakels. De frequentie van het geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.
Zodra de afstand tussen de auto en het obstakel kleiner dan ongeveer dertig centimeter is, klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
U hoort via de luidspreker (rechts of links) aan welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.
Het geluidssignaal wordt automatisch onderbroken wanneer de auto enkele seconden stilstaat.
Het geluidssignaal wordt automatisch hervat als de auto weer rijdt of als het obstakel de auto nadert.
Het geluidssignaal bij detectie aanpassen
Door op deze toets te
drukken wordt het
venster geopend waarop u het volume
van het geluidssignaal kunt instellen.
Als u op deze toets drukt,
wordt het
geluidssignaal gedempt of weer
ingeschakeld.
Grafische weergave
Dit is een aanvulling op het geluidssignaal, waarbij geen rekening worden gehouden met de rijrichting van de auto. Dit systeem geeft met balken op het scherm de afstand tussen het obstakel en de auto aan (wit: veraf, oranje: in de buurt en rood: heel dichtbij).
Als de auto het obstakel zeer dicht is genaderd, verschijnt het symbool "Gevaar" op het scherm.
Het displayvenster van het systeem sluiten
Wanneer u op deze toets
drukt, wordt het
displayvenster van het systeem gesloten.
Dit waarschuwingslampje
knippert op het
instrumentenpaneel wanneer er een obstakel
wordt gedetecteerd.
Geluidssignalen dempen / Grafische weergave sluiten
Als het geluidssignaal voor detectie wordt gedempt of als het displayvenster van het systeem door de bestuurder wordt gesloten terwijl het obstakel wordt gedetecteerd, dan blijft alleen het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel knipperen.
Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij een rijsnelheid van maximaal 10 km/h vóór de auto een obstakel wordt gedetecteerd.
De werking van de parkeerhulp vóór wordt onderbroken als de auto langer dan drie seconden stilstaat terwijl een versnelling vooruit is ingeschakeld, als er geen obstakel meer wordt gedetecteerd of als de auto harder dan 10 km/h rijdt.
Het geluid uit de luidspreker (voor of achter) geeft de positie van het obstakel ten opzichte van de auto aan (voor of achter).
Uitschakelen / inschakelen
(Afhankelijk van het land waar het voertuig is verkocht)
Standaard wordt het geluidssignaal automatisch ingeschakeld telkens wanneer de achteruitversnelling wordt geselecteerd.
Het systeem kan niet worden uitgeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering kunt u de toets op de middenconsole en / of in de app ADAS op het touchscreen gebruiken.
► Druk op deze toets om het geluidssignaal in of uit te schakelen.
Het controlelampje brandt als het geluidssignaal is uitgeschakeld.
U kunt het systeem handmatig
starten en het
geluidssignaal in de app ADAS van het
touchscreen inschakelen / uitschakelen.
De parkeerhulp achter wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er een aanhanger of fietsendrager wordt gekoppeld aan een trekhaak die volgens de voorschriften van de fabrikant is gemonteerd.
In dat geval wordt de omtrek van een aanhanger weergeven aan de achterzijde van het beeld van de auto.
Wanneer de auto wordt gestart, zijn de grafische weergave en de geluidssignalen van de parkeerhulpsystemen pas beschikbaar nadat het touchscreen is opgestart.
Werkingslimieten
Als de bagageruimte zwaar beladen is, kan de auto overhellen, waardoor de afstanden mogelijk niet meer goed worden aangegeven.
Bij een storing in de versnellingsbak is het systeem niet actief als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Storing
Bij een storing gaat dit
waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel branden, in
combinatie met een melding en een geluidssignaal
(korte piep).
Bij een storing knippert dit
controlelampje
ongeveer 10 seconden als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Dit waarschuwingslampje gaat op
het
instrumentenpaneel branden met de melding
"Parkeerhulpsensor bedekt met vuil: reinig de
sensor, zie handleiding" als de sensor wordt
afgedekt.
Dit is normaal; u hoeft hiervoor geen contact op te nemen met een werkplaats.
Stop de auto in dat geval en controleer of de sensoren voor / achter wordt afgedekt door vuil, modder, sneeuw, ijs of iets anders waardoor de sensor niet goed werkt.
Het systeem werkt weer normaal als het detectiegebied is gereinigd.
Beginning midst our that fourth appear above of over, set our won’t beast god god dominion our winged fruit image